4 resultaten gevonden voor 'enterovirussen'

  • Enterovirus, parechovirus

    Onder enterovirussen gaat een flinke heterogene groep virussen schuil. Het zijn allemaal RNA-virussen en ze heten ECHO-virussen, coxsackie A- en B-virussen, poliovirussen en humaan enterovirussen 68-71. Ze behoren tot de familie van de . Parechovirussen zijn verwant aan de enterovirussen. Parechovirus type 1 en 2 heetten voorheen ECHO-virus 22 respectievelijk 23. Inmiddels zijn er zes parechovirustypen beschreven.

    Lees verder ›
  • Liquoronderzoek bij virale meningitis/encefalitis

    Voor de diagnostiek van meningitis of encefalitis is analyse van liquor erg belangrijk. Dit geldt voor virale infecties net zo als voor bacteriële infecties. In het verleden probeerde men virussen uit liquor te kweken, maar vergelijkend onderzoek van de laatste tien tot vijftien jaar heeft duidelijk gemaakt dat de kweek obsoleet is. De gouden standaard voor liquoronderzoek is het aantonen van viraal DNA respectievelijk RNA met moleculaire diagnostiek, zoals PCR. In liquor is de methode vergeleken met kweek zeer sensitief en zeer snel. Een valkuil kan zijn dat het aantonen van een zeer geringe hoeveelheid RNA en/of DNA soms bewijzend is voor een veroorzakende rol van het virus, maar niet altijd. Indien liquor niet kan worden verkregen kan voor enterovirus en parechovirus de uitscheiding in feces als alternatief worden gebruikt. Hierbij moet men rekening houden met asymptomatische shedding van enterovirussen weken tot maanden kunnen aanhouden in de feces na een infectie en dient als indirect bewijs voor een current episode.

    Lees verder ›
  • Meningitis ICPC-2: N71; ICD-10: G00;G01;G02;G03

    Lees verder ›
  • Respiratoire virussen

    In keeluitstrijken, keelspoelsel of nasofaryngeaal spoelsel (nasofarynxaspiraat) kunnen heel veel virussen aangetoond worden. Een aantal van deze virussen veroorzaakt lokale niet-specifiek respiratoire infecties (bijvoorbeeld herpes simplex), een aantal veroorzaakt veel meer gedissemineerde infecties (zoals mazelen) maar de grootste groep van virussen veroorzaakt respiratoire virusinfecties. Van deze virussen veroorzaakt een groep bovensteluchtweginfecties, de andere bronchiolitis, weer een andere alveolitis met een pneumonie. De virussen komen op heel wisselende tijdstippen in het jaar voor. De virussen zijn niet altijd even ziekmakend voor elke patiëntengroep. Soms zijn jonge kinderen ontvankelijker, een andere keer vooral mensen met een verminderde afweer. Soms geven virussen als onderdeel van een gedissemineerde infectie luchtwegpathologie (bijvoorbeeld waterpokken). Meest gebruikelijk is dat een laboratorium diagnostiek groepsgewijs aanbiedt, gebaseerd op een onderverdeling in klinische vraagstelling of patiëntengroep.

    Lees verder ›