Opsporen van mogelijke oorzaak van malabsorptie in het spijsverteringsorgaan.
Lees verder ›Lees verder ›
Aantonen van gestoorde absorptie van koolhydraten, in het bijzonder lactose en fructose.
Lees verder ›Bepaling van de vetuitscheiding in feces.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Bepalen van hyper/hypofosfatemie en van hyper/hypofosfaturie.
Lees verder ›Lees verder ›
Bepaling van albumine in serum.
Lees verder ›Lees verder ›
Botmerkers worden in het bloed en de urine gemeten om afwijkingen in het botmetabolisme vast te stellen, waarbij een evenwicht tussen aanmaak en afbraak aanwezig hoort te zijn. Botmarkermetingen zijn geschikt als follow-up van osteoporosetherapie.
Lees verder ›Vaststellen of uitsluiten van een ontregeling van de calciumhomeostase. Vervolgen van de behandeling van hyper- of hypocalciëmie.
Lees verder ›Uitsluiten of bevestigen van een ceruloplasminetekort, deels in aanvulling op de bepaling van koper.
Lees verder ›Bepalen van cholesterol in serum/heparineplasma.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
Bepaling van totaaleiwit in serum/plasma.
Lees verder ›Bepaling van galzuren in feces.
Lees verder ›Meting van verhoogde of verlaagde gastrineproductie.
Lees verder ›Met de metopirontest kan men een inschatting maken van stoornissen in de terugkoppeling van cortisol op het hypothalamus-hypofysesysteem.
Lees verder ›Screeningsonderzoek van de extrinsieke en gemeenschappelijke routes van het stollingssysteem.
Lees verder ›Vaststellen triglyceridenconcentratie in serum of plasma.
Lees verder ›