Bepaling van totaaleiwit in serum/plasma.
Lees verder ›Bepaling van het antidiuretisch hormoon (ADH) of vasopressine in bloed.
Lees verder ›Vaststellen van een verhoogde kans op (long)oedeem.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
Bepaling van albumine in serum.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Inzicht verkrijgen in de functie van de nieren door het gelijktijdig of afzonderlijk meten van ureum in serum(plasma) en urine en de berekening van de ureumklaring. Daarnaast hebben de metingen afzonderlijk of gecombineerd tot doel het vervolgen van (chronische) stoornissen van de nierfunctie alsook van het effect van de behandeling daarvan; in geval van nierdialyse, het regelen van de dialysedosis en het betrouwbaar schatten van eiwitinname.
Lees verder ›Lees verder ›
Vaststellen van hypo- of hypernatriëmie.
Lees verder ›Lees verder ›
Het meten van de osmotische resistentie van erytrocyten, dat wil zeggen hun vermogen water op te nemen totdat dit tot lysis van de erytrocyten leidt.
Lees verder ›Bepalen van VIP in het plasma voor de diagnose en follow-up van VIP-producerende neuro-endocriene tumoren.
Lees verder ›Lees verder ›