Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
is een genus binnen de familie van de . De meest pathogene soorten zijn en . Oorspronkelijk waren de bacteriën van dit genus ingedeeld bij het genus . Van bestaat een aantal serotypen waarvan er maar enkele pathogeen zijn voor de mens (O3, O8 en O9).
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Parvovirus B19 is een DNA-virus en hoort tot de familie van de .
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
en zijn rondwormen () en worden gezamenlijk aangeduid als mijnworm. Naast deze twee soorten bestaan er enkele niet-humane -soorten (o.a. en die gewoonlijk bij andere zoogdieren (in het bijzonder honden en katten) voorkomen en bij de mens tijdelijke huidklachten kunnen induceren. Mijnworm wordt gerekend tot de groep van grondnematoden.
Lees verder ›en zijn respectievelijk de honden- en kattenspoelworm. Pups komen vaak al besmet ter wereld, kittens raken besmet via de moedermelk. Beide scheiden grote aantallen eieren uit die na twee tot zes weken infectieus zijn. Volwassen dieren zijn ook vaak besmet, maar scheiden veel kleinere aantallen eieren uit. Indien infectieuze eieren door de mens worden opgegeten. komen ze uit, verlaten het maag-darmkanaal, en kunnen zich door de weefsels verplaatsen zonder uit te groeien tot volwassen wormen (viscerale larva migrans). -infecties verlopen echter mild of symptoomloos zolang het aantal parasieten gering blijft. is de voor de mens meest pathogene soort.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
is een spirocheet die pathogeen is voor de mens. Naast de soort die vooral in de VS voorkomt, komen in Europa vooral de soorten en voor. De bacterie kan gekweekt worden in vitro in een complex medium, maar de groeisnelheid is traag. Het genoom van de bacterie is klein (1,5 megabasen) en in tegenstelling tot dat van de meeste bacteriën lineair; tevens bevat de bacterie nog een groot aantal plasmiden.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Filariën zijn rondwormen () die een bloed- of weefselinfectie veroorzaken en via vliegen of muggen worden overgebracht. Van de honderden -soorten die bekend zijn, zijn er acht die een natuurlijke infectie bij de mens kunnen veroorzaken. Andere -soorten, zoals , komen gewoonlijk voor bij zoogdieren (zoals honden), maar kunnen incidenteel bij de mens tot een (incomplete) infectie leiden.
Lees verder ›wordt gevonden in de luchtwegen van de mens. Zoals alle mycoplasmata heeft deze bacterie geen celwand en kleurt daardoor ook niet aan in de gramkleuring. De bacterie heeft een grote affiniteit voor hechting aan luchtwegepitheel.
Lees verder ›Lees verder ›