81 resultaten gevonden voor 'diarree'

  • Diarree, acute (infectieuze) ICPC-2: D11;D70;D73; ICD-10: A00 t/m A09

    Lees verder ›
  • Diarree, chronische ICPC-2: D11; ICD-10: K52.9

    Lees verder ›
  • Diarree bij terugkeer uit de tropen ICPC-2: D99; ICD-10: K90.1

    Lees verder ›
  • Cyclospora cayetanensis

    is een eencellige darmparasiet () behorende tot de coccidiën. Besmetting gebeurt veelal via slecht gewassen fruit en groente, maar kan ook via water overgedragen worden. Overdracht van mens op mens is niet mogelijk: het parasietstadium dat voor besmetting zorgt, moet minimaal twee weken in het milieu uitgerijpt zijn.

    Lees verder ›
  • Defecatiepatroon, veranderd (aanwijzingen voor coloncarcinoom) ICPC-2: D18;D75; ICD-10: R19.4;R19.5;C18

    Lees verder ›
  • Zink

    Het opsporen van een zinkdeficiëntie.

    Lees verder ›
  • Vet in feces

    Bepaling van de vetuitscheiding in feces.

    Lees verder ›
  • Sapovirus

    Sapovirus is een RNA-virus en hoort net als het norovirus tot de .

    Lees verder ›
  • Tropheryma whipplei

    is een bacterie behorend tot de familie van de . De bacterie wordt ook nog wel aangeduid met de oude naam, is de veroorzaker van de ziekte van Whipple.

    Lees verder ›
  • Giardia lamblia

    Giardiasis wordt veroorzaakt door de eencellige darmparasiet () , die ook wel of wordt genoemd.

    Lees verder ›
  • Chronisch inflammatoire darmziekte ICPC-2: D94; ICD-10: K50;K51

    Lees verder ›
  • Kalium

    Vaststellen van hyper- en hypokaliëmie.

    Lees verder ›
  • Norovirus

    Norovirus is een RNA-virus dat tot de familie van de hoort. Norovirus wordt onderverdeeld in vijf genogroepen, waarvan I en II het meest voorkomen in Nederland.

    Lees verder ›
  • Yersinia species

    is een genus binnen de familie van de . De meest pathogene soorten zijn en . Oorspronkelijk waren de bacteriën van dit genus ingedeeld bij het genus . Van bestaat een aantal serotypen waarvan er maar enkele pathogeen zijn voor de mens (O3, O8 en O9).

    Lees verder ›
  • Botten (Trematoda)

    Tezamen met de species behoren alle hier genoemde platwormsoorten tot de (botten).

    Lees verder ›
  • Chloride

    De toepassing van de chloride (Cl) bepaling ligt in de detectie en follow-up van hyper- en hypochloremie en in het bepalen van de in het geval van een metabole acidose.

    Lees verder ›
  • Indolen, waaronder serotonine en 5-hydroxy-3-indolazijnzuur (5-HIAA)

    Bepaling van de serotonine en zijn metaboliet 5-hydroxy-3-indolazijnzuur (5-HIAA) in trombocyten (plaatjesrijk plasma) en/of urine voor de diagnostiek naar neuro-endocriene tumoren (NET‘s).

    Lees verder ›
  • Addison, ziekte van ICPC-2: T99; ICD-10: E27.1

    Lees verder ›
  • Malaria ICPC-2: A73; ICD-10: B54

    Lees verder ›
  • Fecesonderzoek (bacterieel)

    Een feceskweek is gericht op het aantonen van bacteriële verwekkers van gastro-enteritis in de feces van de (symptomatische) patiënt. Het aandeel pathogene bacteriën in de totale fecale flora is meestal groot in de acute fase van de ziekte, maar neemt daarna weer snel af. Vanwege de gelijktijdige aanwezigheid van apathogene bacteriën in de feces is voor het aantonen van de pathogene bacteriën gebruik van selectieve media, al dan niet in combinatie met ophopingsmethoden, vereist.

    Lees verder ›
  • Microsporidium species

    zijn obligaat intracellulaire, sporenvormende eencellige parasieten () die gezamenlijk het subfylum van de vormen. Er zijn tientallen genera en honderden soorten beschreven, waarvan ten minste veertien pathogeen zijn bij de mens. De meest frequent bij de mens beschreven -infectie is die met . Daarnaast wordt als diarreeverwekker gezien. Deze laatste kan zich, net als enkele andere -soorten, ook naar andere organen verspreiden, zoals naar de hersenen, longen en nieren.

    Lees verder ›
  • Vasoactief intestinaal polypeptide (VIP)

    Bepalen van VIP in het plasma voor de diagnose en follow-up van VIP-producerende neuro-endocriene tumoren.

    Lees verder ›
  • Vibrio cholerae

    zijn gramnegatieve, kommavormige bacteriën die van nature voorkomen in brak en zout water. Van bestaan meer dan honderd serotypen waarvan alleen type O1 en O139 als pathogeen beschouwd worden. Binnen het serotype O1 worden twee biotypen onderscheiden, het klassieke biotype en biotype El Tor. Gastro-enteritis veroorzaakt door is geassocieerd met het consumeren van besmette en onvoldoende verhitte of rauwe schaaldieren. De pathogene typen vormen de choleratoxine die zorgt voor verstoring van de uitwisseling van water en elektrolyten (vloeistofsecretie) in de darm waardoor diarree ontstaat.

    Lees verder ›
  • Appendicitis acuta ICPC-2: D88; ICD-10: K35

    Lees verder ›
  • Guillain-Barrésyndroom ICPC-2: N94; ICD-10: G61.0

    Lees verder ›
  • Balantidium coli

    is een (eencellige parasiet) die in de darm leeft en behoort tot de klasse van de .

    Lees verder ›
  • Catecholaminen en metabolieten

    Bepaling van catecholaminen of de basische en zure metabolieten voor de diagnostiek van catecholamine-producerende tumoren.

    Lees verder ›
  • CFTR-genotypering (cystische fibrose)

    Cystische fibrose (CF) is een autosomaal recessief overervende aandoening die veel voorkomt bij Kaukasiërs. Andere benamingen voor CF zijn pancreasfibrose, mucoviscidose of taaislijmziekte. In 1989 is het CFTR-gen geïdentificeerd. Het betreft een relatief groot gen met 27 exonen en een lengte van 250 kb; de exonen coderen voor een eiwit van 1480 aminozuren. Er zijn zeer veel verschillende CF-mutaties die de ziekte kunnen veroorzaken (> 1900), op voorwaarde dat ze in tweevoud aanwezig zijn. Echter, wereldwijd zijn ongeveer 35 mutaties verantwoordelijk voor bijna alle gevallen van CF. Afhankelijk van de groep waartoe een specifieke mutatie behoort, is de epitheliale terugresorptie van chloride in de zweetafvoerbuis gestoord.

    Lees verder ›
  • Polyneuropathie ICPC-2: N94; ICD-10: G61;G62;G63

    Lees verder ›
  • Prikkelbaredarmsyndroom ICPC-2: D93; ICD-10: K58

    Lees verder ›
  • Cryptosporidium

    is een eencellige darmparasiet () behorende tot de coccidiën. Enkele jaren geleden is, op basis van epidemiologische en genetische gegevens, de voor de mens meest relevante soort , geclassificeerd als zijnde twee afzonderlijke species, te weten , met een zoönotische verspreiding, en , die uitsluitend bij de mens wordt gezien.

    Lees verder ›
  • Dientamoeba

    is een eencellige darmparasiet () behorende tot de flagellaten.

    Lees verder ›
  • Gastrine

    Meting van verhoogde of verlaagde gastrineproductie.

    Lees verder ›
  • Helicobacter pylori

    is een gekromd gramnegatief staafje, dat alleen groeit onder micro-aerofiele omstandigheden (lage zuurstofspanning). Een kenmerkende eigenschap is de sterke ureaseproductie door de bacterie. Vanwege de morfologische gelijkenis met werd de bacterie die in 1982 voor het eerst gekweekt werd uit biopten van de maag en het duodenum eerst genoemd. Bij dieren worden andere -soorten gekweekt uit de maag en duodenum. Bij de mens komen andere soorten voor in de darm die zijn geassocieerd met diarree: en .

    Lees verder ›
  • ‘High-density lipoprotein’-cholesterol (HDL-c)

    Bepaling van ‘high-density lipoprotein’-cholesterol (HDL-cholesterol) in serum/ heparineplasma.

    Lees verder ›
  • Isospora belli

    is een eencellige darmparasiet () behorende tot de coccidiën. Recentelijk is de parasiet ingedeeld bij het geslacht is de enige bij de mens voorkomende soort. De parasiet infecteert de epitheelcellen van de dunne darm.

    Lees verder ›
  • Koper

    Het bepalen van koper in serum of urine bij de diagnostiek en de behandeling van kopertekort of koperstapeling.

    Lees verder ›
  • Lysozym

    Lysozym in serum of urine wordt gebruikt om de toe- of afname van sarcoïdose te volgen.

    Lees verder ›
  • Natrium

    Vaststellen van hypo- of hypernatriëmie.

    Lees verder ›
  • Rotavirus

    Rotavirus is een dubbelstrengs RNA-virus en behoort tot de familie van de .

    Lees verder ›
  • Salmonella species

    is een facultatief anaerobe gramnegatieve bacterie, behorend tot de familie der . De bacterie is in staat om na fagocytose te overleven in macrofagen. De poging van het lichaam om (hieruit) te elimineren, met name via het cellulaire deel van het immuunsysteem met de productie van allerlei cytokines, veroorzaakt een necrotiserende ontstekingsreactie van de lymfoïde weefsels in de buikholte (mesenteriale lymfeknopen, Peyer-plaques). Daardoor ontstaan soms complicaties zoals bloedingen of perforaties in (de buurt van) de Peyer-plaques.

    Lees verder ›
  • Shigella species

    is een facultatief anaerobe gramnegatieve bacterie behorend tot de familie der . Binnen dit genus is een viertal soorten bekend: en . Deze soorten en de subtypen binnen elke soort zijn van elkaar te onderscheiden op basis van biochemische kenmerken en verschillen in O-antigenen. is overigens zeer nauw verwant aan . Resistentie tegen verschillende antibiotica komt veelvuldig voor bij .

    Lees verder ›
  • Adenovirus

    Adenovirussen zijn DNA-virussen, behorend tot de familie van de .

    Lees verder ›
  • Aeromonas

    soorten zijn gramnegatieve bacteriën behorend tot een aparte familie van de . De taxonomie binnen deze familie is zeer aan verandering onderhevig. De bovengenoemde soorten worden het meest gevonden in klinische materialen.

    Lees verder ›
  • Coeliakie ICPC-2: D99; ICD-10: K90.0

    Lees verder ›
  • Diverticulitis coli ICPC-2: D92; ICD-10: K57

    Lees verder ›
  • Dysmenorroe ICPC-2: X02; ICD-10: N94.4;N94.5

    Lees verder ›
  • Erythema nodosum ICPC-2: S99; ICD-10: L52

    Lees verder ›
  • Antitrypsine, α1- (α1AT), in feces

    ■ vaststellen van intestinaal eiwitverlies () in geval van hypoalbuminemie

    Lees verder ›
  • Astrovirus

    Enkelstrengs RNA-virus behorend tot de familie van .

    Lees verder ›
  • Bacillus anthracis

    Sporenvormende grampositieve staaf die een aantal krachtige toxines produceert en een (polyglutamaat)kapsel; beide factoren spelen een belangrijke rol spelen in de pathogenese van antrax (miltvuur) bij mens en dier.

    Lees verder ›
  • Hiv-infectie, primaire ICPC-2: B90; ICD-10: B20

    Lees verder ›
  • Bacillus cereus

    Sporenvormende, aerobe grampositieve staaf die een aantal exotoxines produceert.

    Lees verder ›
  • Hyperthyreoïdie ICPC-2: T85; ICD-10: E05

    Lees verder ›
  • Bloedgassen

    Het in beeld brengen van de gasuitwisseling en de zuur-basestatus van de patiënt middels het bepalen van de bloedgasparameters. Afhankelijk van het type analyser kunnen veelal de volgende bepalingen worden gemeten of berekend, pH, pO, pCO, HCO, BE, O-sat, SaO, FOHb, COHb, MetHb en SulfHb, Na, K, iCa, Cl, , glucose en lactaat.

    Lees verder ›
  • Koorts bij terugkeer uit de tropen ICPC-2: A03; ICD-10: R50

    Lees verder ›
  • Calprotectine

    Onderscheid maken tussen inflammatoire darmaandoening (IBD) en prikkelbaredarmsyndroom (IBS) en follow-up van IBD.

    Lees verder ›
  • Ménière, ziekte van ICPC-2: H82; ICD-10: H81.0

    Lees verder ›
  • Nierschade, algemeen ICPC-2: U99; ICD-10: N17;N18

    Lees verder ›
  • Clostridium difficile Clostridium difficile-toxinebepaling

    Het aantonen van een actieve infectie met .

    Lees verder ›
  • Pneumonie ICPC-2: R81; ICD-10: J13, J14, J15, J16; J17; J18

    Lees verder ›
  • Creatinine

    Diagnose, classificatie of vervolgen van renale insufficiëntie. Daarnaast kan creatinine in urine ook gebruikt worden ter controle van de vierentwintiguursverzameling en om de concentratie van andere stoffen (eiwitten, medicatie) te corrigeren voor de verschillen in urineconcentratie (urineportie). Om de glomerulaire filtratiesnelheid (GFR) te kunnen schatten zonder gecompliceerd onderzoek, maakt men tegenwoordig, zoals de KDIGO voorschrijft, gebruik van de CKD-EPI-formule. De klaring bij kinderen (< 18 jaar) kan worden geschat met de Schwartz-formule.

    Lees verder ›
  • Syncope ICPC-2: A06; ICD-10: R55

    Lees verder ›
  • Entamoeba

    Amoeben zijn eencellige parasieten () die normaal gesproken in de darm leven. Amoebiasis wordt veroorzaakt door . Daarnaast bestaan er nog verscheidene niet-pathogene amoebensoorten, zowel behorende tot het geslacht (o.a. ) als de soorten en . De (kleine vegetatieve) amoeben leven in de dikke darm. Zij voeden zich daar onder andere met bacteriën en vermenigvuldigen zich door deling. Een gedeelte van de amoeben rondt zich af en vormen een stevige wand. Deze cysten worden met de ontlasting uitgescheiden en zijn direct infectieus. Bij kunnen de vegetatieve amoeben zich ook ontwikkelen tot grote invasieve amoeben. Deze voeden zich met bloed en weefsel en beschadigen de mucosa en submucosa van de dikke darm waarbij kleine bloedende laesies ontstaan. Hierdoor komt er bloed bij de ontlasting (dysenterie). Het is ook mogelijk dat de grote invasieve amoeben door de darmwand de bloedcirculatie bereiken en in organen, veelal de lever, terechtkomen. Hier kunnen ze een karakteristiek abces vormen. De meeste gevallen van een amoebenabces zullen binnen de eerste 3-6 maanden na terugkomst uit een endemisch (sub)tropengebied gevonden worden. Maar men dient er op bedacht te blijven bij iedereen die ooit in een dergelijk gebied geweest is.

    Lees verder ›
  • Fecesonderzoek (parasitair)

    Aantonen van (darm)infecties met en wormen.

    Lees verder ›
  • Fecesonderzoek (viraal)

    Feces is zeer geschikt materiaal voor virusdiagnostiek middels PCR. Vooral voor onderzoek naar virussen die een gastro-enteritisbeeld kunnen veroorzaken is feces het materiaal, maar niet uitsluitend voor deze virussen.

    Lees verder ›
  • Fosfaat

    Bepalen van hyper/hypofosfatemie en van hyper/hypofosfaturie.

    Lees verder ›
  • Galzuren in feces

    Bepaling van galzuren in feces.

    Lees verder ›
  • Lactose-H2-ademtest

    Aantonen van gestoorde absorptie van koolhydraten, in het bijzonder lactose en fructose.

    Lees verder ›
  • Lactosetolerantietest (LTT)

    Aantonen van lactosemalabsorptie.

    Lees verder ›
  • Legionella pneumophila

    is een langzaam groeiende aerobe, gramnegatieve bacterie met bijzondere groei-eisen. Voor de kweek zijn speciale voedingsbodems vereist met actieve koolstof, cysteïne en andere speciale ingrediënten. Hierdoor heeft het tot 1976 geduurd voordat de bacterie voor het eerst in kweek gebracht werd na een uitbraak van pneumonie bij een bijeenkomst van Amerikaanse veteranen in Philadelphia. Van zijn vijftien serotypen bekend; behalve zijn er nog zo’n veertig andere -soorten bekend.

    Lees verder ›
  • Lithium

    Controle van de lithiumspiegel gedurende therapie met lithium.

    Lees verder ›
  • Dientamoeba fragilis

    Dientamoeba fragilis is een eencellige darmparasiet (Protozoa) behorende tot de flagellaten.

    Lees verder ›
  • Osmolaliteit

    Lees verder ›
  • Shigatoxineproducerende Escherichia coli (STEC)

    Shigatoxineproducerende (STEC) is een enteropathogene . STEC veroorzaakt diarree op basis van de vorming van toxines die sterk lijken op de toxines die door geproduceerd worden (SLT1 en SLT2): deze toxines werden eerder ook aangeduid als verotoxine, vandaar de oude naam ‘verotoxineproducerende ’. Vooral stammen met serotype O157:H7, die verschilden van de gewone in omzetting van sorbitol, waren bekend om de productie van deze toxine. Later is gebleken dat ook stammen uit andere serogroepen deze toxines kunnen produceren.

    Lees verder ›
  • Suikerabsorptietest

    De suikerabsorptietest wordt gebruikt voor het onderzoek van de darmdoorlaatbaarheid bij enteropathie en ontstekingsprocessen van de darmwand. Door meting van de mate van diffusie door de darmwand van twee niet-absorbeerbare suikers van verschillende molecuulgrootte kan een indruk worden gekregen van de barrièrefunctie en het oppervlak van de darmwand.

    Lees verder ›
  • Trichinella spiralis

    is een rondworm (). Bij ingestie ontstaan invasieve larven die vanuit de darm migreren naar spierweefsel en daar een cyste vormen (encysteren). De bron is onvoldoende verhit vlees, in de meeste gevallen van varkens/zwijnen of paarden die op hun beurt gevoerd zijn geweest met onvoldoende verhit dierlijk voedsel. Trichinose is meldingsplichtig in categorie C (anonieme melding door het laboratorium).

    Lees verder ›
  • Trichuris trichiura

    is een rondworm () en wordt gerekend tot de groep van grondnematoden.

    Lees verder ›
  • Vitamine A en caroteen

    Aantonen en/of uitsluiten van vitamine A-deficiëntie.

    Lees verder ›
  • Voedselvergiftiging

    In het algemeen wordt voedselvergiftiging veroorzaakt door de groei van (toxinevormende) bacteriën in het voedsel, vóór de consumptie leidend tot toxineproductie. De belangrijkste verwekkers van voedselvergiftiging zijn en . Daarnaast worden infecties door bacteriën als en meestal veroorzaakt door het consumeren van besmet voedsel. Deze laatste groep wordt behandeld in andere hoofdstukken.

    Lees verder ›
  • Otitis media acuta (OMA) ICPC-2: H71; ICD-10: H66

    Lees verder ›