Lees verder ›
Lees verder ›
Differentiële diagnostiek van diabetes mellitus.
Lees verder ›Vaststellen van de activiteit van angiotensine-I-converterend enzym (ACE) bij (neuro)sarcoïdose en andere granulomatosen.
Lees verder ›Diagnostiek bij verdenking op auto-immuunadrenalitis (ziekte van Addison, bijnierschorsdeficiëntie).
Lees verder ›Actinomyceten zijn filamenteuze, grampositieve, anaerobe bacteriën.
Lees verder ›Bepaling van ghreline om de invloed op het metabolisme en de regulering ervan na te gaan.
Lees verder ›Giardiasis wordt veroorzaakt door de eencellige darmparasiet () , die ook wel of wordt genoemd.
Lees verder ›Het doel is de meting van de concentratie van adiponectine in verband met mogelijke stoornissen bij obesitas, atherosclerose, diabetes mellitus type 2.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Bevestiging van verdenking op een verhoogde viscositeit
Lees verder ›Lees verder ›
Streptokokken zijn grampositieve bacteriën die in ketens groeien ( = ketting/keten). heeft de eigenschap dat het, door de productie van streptolysine, erytrocyten afbreekt, waardoor er op de bloed-agarplaat een transparante hof om de kolonie te zien is. Met behulp van de Lancefield-classificatie kunnen hemolytische streptokokken worden onderverdeeld in groep A, B, C en G op basis van een groepspecifiek polysacharide. Naast het streptolysine, bevat de bacteriesoort een reeks van andere virulentiefactoren, waaronder M-proteïne, dat bescherming biedt tegen fagocytose, DNasen (afbraak van DNA) en pyrogene exotoxines waardoor onder andere koorts, exantheem, fasciitis en septische shock kunnen ontstaan.
Lees verder ›Lees verder ›
Vaststellen van hypo- of hypernatriëmie.
Lees verder ›Lees verder ›
Tuberculose is een ziekte die wordt veroorzaakt door een van de mycobacteriële species van het complex. De ziekte kent vele verschillende uitingsvormen, waarvan longtuberculose veelal met de meeste ziekteactiviteit gepaard gaat.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
Dr. Pim Klarenbeek, drs. Tobien Schreuder
Lees verder ›Lees verder ›
Aantonen van lactosemalabsorptie.
Lees verder ›De hier te bespreken prenatale diagnostiek behoort nu, 2019, bij de traditionele methoden om prenatale diagnostiek uit te voeren. Traditionele methoden, zoals het invasief verzamelen van foetaal genetisch materiaal bij de vlokkentest of de vruchtwaterpunctie, hebben een risico op spontane abortus. Door de ontdekking, voor het eerst gemeld in 1997, van de aanwezigheid van foetaal DNA ( DNA, cffDNA) in de circulatie van zwangeren is het mogelijk geworden om op niet-invasieve wijze uit het bloed van de moeder genetische en chromosomale informatie te verkrijgen. De toepassing van deze mogelijkheden in de kliniek heeft geleid tot een sterke afname van de invasieve procedures. Er blijft zeker ruimte voor het uitvoeren van deze invasieve technieken als vervolg op een positieve uitslag bij de niet-invasieve screeningstests.
Lees verder ›Diagnose, classificatie of vervolgen van renale insufficiëntie. Daarnaast kan creatinine in urine ook gebruikt worden ter controle van de vierentwintiguursverzameling en om de concentratie van andere stoffen (eiwitten, medicatie) te corrigeren voor de verschillen in urineconcentratie (urineportie). Om de glomerulaire filtratiesnelheid (GFR) te kunnen schatten zonder gecompliceerd onderzoek, maakt men tegenwoordig, zoals de KDIGO voorschrijft, gebruik van de CKD-EPI-formule. De klaring bij kinderen (< 18 jaar) kan worden geschat met de Schwartz-formule.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
Follow-up van gastro-intestinale tumoren.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
Bepaling van HbA1c/glycohemoglobine.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Differentiële diagnostiek van diabetes mellitus.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Bepalen van cholesterol in serum/heparineplasma.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
Het bepalen van koper in serum of urine bij de diagnostiek en de behandeling van kopertekort of koperstapeling.
Lees verder ›Onderzoek bij verdenking op afwijkingen aan of ziekten van de nieren en de urinewegen.
Lees verder ›Het in beeld brengen van de gasuitwisseling en de zuur-basestatus van de patiënt middels het bepalen van de bloedgasparameters. Afhankelijk van het type analyser kunnen veelal de volgende bepalingen worden gemeten of berekend, pH, pO, pCO, HCO, BE, O-sat, SaO, FOHb, COHb, MetHb en SulfHb, Na, K, iCa, Cl, , glucose en lactaat.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Bepaling van de activiteit van γ-glutamyltransferase (γGT) bij verdenking op lever- en galwegaandoeningen en verdenking op alcoholabusus.
Lees verder ›Het beoordelen van de groeihormoonstatus bij verdenking van zowel groeihormoondeficiëntie als acromegalie en het beoordelen van het effect van groeihormoontherapie.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Analyse van alcohol (ethanol) in bloed.
Lees verder ›Vaststellen van overproductie van aldosteron bij de differentiële diagnostiek van mineralocorticoïdhypertensie.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Diagnostiek bij verdenking op auto-immuungastritis en pernicieuze anemie.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Uitsluiten van hartfalen of een cardiale oorzaak van (acute) dyspneu.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Follow-up bij neuro-endocriene tumoren.
Lees verder ›Lees verder ›
Evaluatie van de pancreasrestfunctie ten aanzien van insulineproductie en eventuele bevestiging van overmaat aan exogeen insuline als oorzaak voor hypoglykemie.
Lees verder ›Lees verder ›
Bepaling van de darmhormonen om hun invloed op het metabolisme en de regulering ervan na te gaan.
Lees verder ›Lees verder ›
Bepaling van totaaleiwit in serum/plasma.
Lees verder ›De glucosetolerantietest (GTT) wordt voornamelijk gebruikt voor onderzoek naar gestoorde glucosetolerantie en zwangerschapsdiabetes in het geval dat losse glucosebepalingen geen uitkomst bieden.
Lees verder ›Hereditaire hemochromatose (HH) is een autosomaal recessief overervende aandoening, waarbij ijzerstapeling kan optreden in verschillende organen als gevolg van toegenomen intestinale ijzeropname. Er zijn verschillende vormen van HH bekend. Oorzaken van HH zijn bijna altijd gelegen in erfelijke afwijkingen van bepaalde eiwitten waardoor er in de lever te weinig van het peptide hormoon hepcidine wordt aangemaakt en aan de bloedbaan afgegeven. In 1996 werd het eerste HH-veroorzakende gen geïdentificeerd: het HFE-gen. Dit gen ligt op de korte arm van chromosoom 6, bestaande uit 7 exonen en beslaat ongeveer 12 kb aan genomisch DNA. Het product van het HFE-gen is het membraangebonden HFE-eiwit dat analoog is aan de HLA-klasse I-antigenen.
Lees verder ›Bepaling van ‘high-density lipoprotein’-cholesterol (HDL-cholesterol) in serum/ heparineplasma.
Lees verder ›Bepalen van insuline voor bevestiging van een insulinoom, diagnostiek van onverklaarde hypoglykemieën of de lokalisatie van insulineproducerende tumoren met behulp van selectieve sampling.
Lees verder ›is een langzaam groeiende aerobe, gramnegatieve bacterie met bijzondere groei-eisen. Voor de kweek zijn speciale voedingsbodems vereist met actieve koolstof, cysteïne en andere speciale ingrediënten. Hierdoor heeft het tot 1976 geduurd voordat de bacterie voor het eerst in kweek gebracht werd na een uitbraak van pneumonie bij een bijeenkomst van Amerikaanse veteranen in Philadelphia. Van zijn vijftien serotypen bekend; behalve zijn er nog zo’n veertig andere -soorten bekend.
Lees verder ›Onderzoek van liquor cerebrospinalis bij neurologische vraagstellingen.
Lees verder ›Bepaling van het ‘low-density lipoprotein’ (LDL)-cholesterol in serum of heparineplasma.
Lees verder ›Lees verder ›
Nagaan of in de urine van een patiënt stoffen aanwezig zijn die reducerende eigenschappen hebben. Daarbij wordt gedacht aan de aanwezigheid van gemakkelijk oxideerbare koolhydraten. De aanwezigheid kan duiden op een afwijking in het koolhydraatmechanisme.
Lees verder ›is een gekapselde diplokok. Op basis van de polysachariden in het kapsel worden negentig verschillende serotypen onderscheiden.
Lees verder ›Vaststellen triglyceridenconcentratie in serum of plasma.
Lees verder ›Semikwantitatief onderzoek urinesediment bij verdenking op afwijkingen aan of ziekten van de nieren en de urinewegen.
Lees verder ›Aantonen van met microscopie en kweek.
Lees verder ›Lees verder ›
Vaststellen van verlaagd of verhoogd fibrinogeengehalte.
Lees verder ›1 Algemene inleiding
Lees verder ›Lees verder ›
Het vaststellen van een gestoorde nierfunctie, waarbij er te veel albumine wordt uitgescheiden in de urine.
Lees verder ›Bepaling van het antidiuretisch hormoon (ADH) of vasopressine in bloed.
Lees verder ›Differentiële diagnostiek van diabetes mellitus.
Lees verder ›Differentiële diagnostiek van auto-immuunhypothyreoïdie en hyperthyreoïdie middels bepalen van antistoffen tegen thyroïdperoxidase (TPO), thyreoglobuline (TG) en de TSH-receptor.
Lees verder ›Diagnostiek bij verdenking op actieve coeliakie.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Onderzoek naar lipiden en (apo)lipoproteïnen.
Lees verder ›Lysozym in serum of urine wordt gebruikt om de toe- of afname van sarcoïdose te volgen.
Lees verder ›